fbpx

General terms and conditions

In our offers and contracts, we refer to our general terms and conditions. Below, our general terms and conditions are listed per article.

Concilio Personeelsdiensten gevestigd op de Hork 24A , 5431 NS in Cuijk, Kamer van Koophandel op datum 05-03-2007 onder nummer 17203279

Ter beschikking stellen van uitzendkrachten

Artikel 1: Definities

1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:

  1. Uitzendbureau: Concilio Personeelsdiensten, welke aan een inlener arbeidskrachten ter beschikking stelt voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van deze inlener;
  2. Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon die door tussenkomst van het uitzendbureau werkzaamheden verricht of gaat verrichten ten behoeve van een inlener.
  3. Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich door tussenkomst van het uitzendbureau laat voorzien van uitzendkrachten;
  4. Inleenovereenkomst: de overeenkomst tussen het uitzendbureau en een inlener op basis waarvan een individuele uitzendkracht ten behoeve van die inlener door tussenkomst van het uitzendbureau werkzaamheden zal verrichten;
  5. Inlenerstarief: het bedrag per uur dat de inlener aan het uitzendbureau verschuldigd is voor de ter beschikking stelling van de uitzendkracht;
  6. Uitzendovereenkomst: de arbeidsovereenkomst waarbij de uitzendkracht door het uitzendbureau ter beschikking wordt gesteld van een inlener om krachtens een door deze met het uitzendbureau gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van die inlener;

Artikel 2: Toepasselijkheid

2.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding van het uitzendbureau aan, en op iedere inleenovereenkomst tussen het uitzendbureau en een inlener, waarop het uitzendbureau deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende levering en diensten van welke aard dan ook tussen het uitzendbureau en een inlener, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.

2.2 Naast deze algemene voorwaarden kunnen, indien nadrukkelijk overeengekomen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn op bepaalde diensten zoals deze blijken uit de overeenkomst. In beginsel prevaleren de aanvullende voorwaarden boven de algemene voorwaarden, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is bepaald.

2.3 De inlener met wie eenmaal op deze voorwaarden werd gecontracteerd, wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met het uitzendbureau gesloten inleenovereenkomst in te stemmen.

2.4 Alle aanbiedingen, ongeacht de wijze waarop deze zijn gedaan, zijn vrijblijvend. Het uitzendbureau is niet gebonden aan de algemene voorwaarden van de inlener voor zover die afwijken van deze voorwaarden.

2.5 Van het in deze algemene voorwaarden bepaalde, kan uitsluitend worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk schriftelijk is overeengekomen. De overige bepalingen van de voorwaarden blijven echter onverkort van kracht.

2.6 Indien enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden, teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen over een te komen, waar zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zal worden genomen.

Artikel 3: Offertes en overeenkomsten

3.1 Een door het uitzendbureau verstrekte offerte aan een inlener is drie weken geldig, tenzij in de offerte uitdrukkelijk een andere termijn is vermeld.

3.2 De door het uitzendbureau verstrekte informatie, afbeeldingen, mededelingen, hetzij telefonisch, hetzij schriftelijk en alle opgaven met betrekking tot alle aanbiedingen en de belangrijkste kenmerken van de producten worden door het uitzendbureau zo nauwkeurig mogelijk weergegeven of gedaan. Het uitzendbureau garandeert echter niet dat alle aanbiedingen en producten volledig met de gegeven informatie in overeenstemming zijn. Afwijkingen kunnen in beginsel geen grond zijn voor schadevergoeding en/of ontbinding.

Artikel 4: Facturering en betalingsvoorwaarden

4.1 De facturen van het uitzendbureau zijn mede gebaseerd op de ingevulde en door de inlener voor akkoord getekende tijdverantwoordingsformulieren.

4.2 De inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en ondertekening van de tijdverantwoordingsformulieren.

4.3 Bij een verschil tussen een bij het uitzendbureau ingeleverd tijdverantwoordingsformulier en het door de inlener behouden afschrift daarvan, geldt het bij het uitzendbureau ingeleverde exemplaar als juist, tenzij de inlener het tegendeel aantoont.

4.4 Indien de inlener zijn verplichtingen uit hoofde van het in het tweede lid van dit artikel gestelde, niet of niet correct nakomt, kan het uitzendbureau besluiten de inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. Het uitzendbureau zal hiertoe niet overgaan, zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de inlener heeft plaatsgevonden.

4.5 De inlener dient er voor zorg te dragen, dat de facturen van het uitzendbureau zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen acht dagen na factuurdatum zijn voldaan.

4.6 Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan het uitzendbureau werken voor de inlener bevrijdend. Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten aan het uitzendbureau door de inlener zijn niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschied. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen het uitzendbureau niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.

4.7 Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de inlener van enig door hem verschuldigd bedrag, is de inlener met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is de inlener tevens een vertragingsrente van 1,0 % per maand over het bruto-factuurbedrag aan het uitzendbureau verschuldigd.

4.8 Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van de rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die het uitzendbureau moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de inlener, zijn voor rekening van de inlener. De buitengerechtelijke incassokosten van het uitzendbureau te berekenen over het te incasseren bedrag, worden met een minimum van € 250,00 vastgesteld op ten minste 12% van de hoofdsom.

4.9 Tariefwijzigingen ten gevolge van wettelijk vastgesteld loon en/of lastenverhogingen zoals premies sociale verzekeringen etc., worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn vanaf dat moment ook door de inlener verschuldigd, zelfs indien deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst.

Artikel 5: Ontbinding

5.1 Indien het uitzendbureau of de inlener in gebreke blijft aan haar verplichtingen uit de inleenovereenkomst te voldoen, is de andere partij – naast hetgeen in de inleenovereenkomst is betaald – gerechtigd de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke gestelde partij schriftelijk op de hoogte is gesteld van de ingebrekestelling en hem een redelijke termijn is geboden om haar verplichtingen alsnog correct na te komen.

5.2 Daarnaast is zowel de inlener als het uitzendbureau gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling vereist is, de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk buitengerechtelijk te ontbinden indien:

a. De andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend;

b. De andere partij haar eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard;

c. De onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;

d. De andere partij zijn huidige onderneming staakt;

e. Buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de inleenovereenkomst na te kunnen komen.

5.3 Indien de inlener op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de inleenovereenkomst heeft ontvangen, kan hij de inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens het uitzendbureau nog niet is uitgevoerd.

5.4 Bedragen die het uitzendbureau voor de ontbinding aan de inlener heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de inleenovereenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door inlener aan het uitzendbureau verschuldigd en wordt op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.

5.5 Indien de inlener, na ter zake in gebreke te zijn gesteld, enige verplichting voortvloeiende uit de inleenovereenkomst niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, is het uitzendbureau gerechtigd haar verplichtingen jegens de inlener op te schorten, zonder daardoor tot enige schadevergoeding jegens de inlener gehouden te zijn. Hiertoe is het uitzendbureau eveneens gerechtigd in de onder lid 2 van dit artikel bedoelde omstandigheden.

Artikel 6: Aansprakelijkheid

6.1 Het uitzendbureau is niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de uitzendkracht of aan zaken, dan wel personen bij of van de inlener of een derde, tenzij dwingendrechtelijk anders is bepaald, welke schade is ontstaan als gevolg van:

a. Het ter beschikking stellen van de uitzendkracht door het uitzendbureau aan de inlener;

b. Het eenzijdig opzeggen van de uitzendovereenkomst door de uitzendkracht;

c. Een doen of nalaten van de uitzendkracht, de inlener zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de uitzendkracht.

6.2 Voor indirecte schade, waaronder ook begrepen gevolgschade, is het uitzendbureau nimmer aansprakelijk.

6.3 De inlener is verplicht er voor zorg te dragen, dat een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, is afgesloten.

6.4 De inlener vrijwaart het uitzendbureau tegen eventuele vorderingen van de uitzendkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel, geleden door die uitzendkracht of derden.

6.5 De beperking van de aansprakelijkheid zoals opgenomen in leden 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing, indien sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van het uitzendbureau en/of diens leidinggevend personeel.

6.6 Het uitzendbureau heeft het recht te allen tijde eventueel door de inlener geleden schade ongedaan te maken, indien en voor zover mogelijk. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van het uitzendbureau maatregelen te treffen, die eventuele schade kunnen voorkomen dan wel beperken.

Artikel 7: Overmacht

7.1 Indien sprake is van overmacht aan de zijde van het uitzendbureau, zullen haar verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang als de overmacht toestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van het uitzendbureau onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhinderd en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico komt of behoort te komen.

7.2 Zodra zich bij het uitzendbureau een overmacht toestand voordoet, zal zij daarvan mededeling doen aan de inlener.

7.3 Onder overmacht wordt in ieder geval verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in de elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, terrorisme, waterschade, overstroming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van het personeel van het uitzendbureau.

7.4 De in lid 1 genoemde opschorting van de verplichtingen heeft geen betrekking op verplichtingen onafhankelijk van overmacht en welke reeds voor het intreden van de overmacht toestand zijn ontstaan.

7.5 Indien de overmacht toestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmacht toestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. De inlener is ook na zodanige beëindiging van de inleenovereenkomst gehouden de door hem aan het uitzendbureau verschuldigde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode voor de overmacht toestand, aan het uitzendbureau te betalen.

7.6 Het uitzendbureau is tijdens de overmacht toestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij de inlener, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de inleenovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bepaald.

Artikel 8: Reclame

8.1 Reclames ter zake van het door het uitzendbureau aan de inlener verstuurder facturen dienen binnen acht dagen na verzendatum van de betreffende factuur schriftelijk door de inlener aan het uitzendbureau kenbaar te worden gemaakt, op straffe van verval op het recht van reclame.

8.2 Een reclame schort de betalingsverplichting van de inlener niet op.

Artikel 9: Geschillen

9.1 Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

9.2 Ten aanzien van geschillen tussen inlener en uitzendbureau, verband houdende met deze overeenkomst, is uitsluitend de Nederlands rechter bevoegd.

9.3 De Rechtbank binnen welk arrondissement het uitzendbureau is gevestigd, is uitsluitend bevoegd van geschillen tussen inlener en uitzendbureau kennis te nemen.

Artikel 10: (Uur)beloning en overige vergoeding van de uitzendkracht

10.1 De beloning en overige vergoeding van de uitzendkracht worden steeds vooraf aan de

terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald aan de hand van

gesprekken, die terzake door het uitzendbureau worden gevoerd met de inlener en de

uitzendkracht.

10.2 De beloning en overige vergoeding van de uitzendkracht zullen worden afgestemd op de beloning en overige vergoedingen zoals gebruikelijk binnen het bedrijf van de inlener.

10.3 De inlener is verplicht tot betaling van het inlenerstarief over tenminste drie uren per oproep, indien:

a. De inlener, nadat de uitzendkracht is verschenen op de overeengekomen arbeidsplaats, om welke reden dan ook geen, dan wel gedurende minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, tenzij een geringere arbeidsduur dan drie uren is overeengekomen;

b. De overeengekomen omvang van de arbeid minder dan 15 uur per week bedraagt en de tijdstippen waarop die moet worden verricht, niet zijn vastgelegd;

c. Indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd.

Artikel 11: Inhoud, duur van de overeenkomst en opzegtermijn

11.1 In de inleenovereenkomst wordt de duur van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht vermeld en wanneer deze op voorhand nog niet duidelijk is, een zo nauwkeurig mogelijke schatting daarvan. Wenselijk is, indien mogelijk, daarin verder de begin- en einddatum van de terbeschikkingstelling, het aantal te werken uren, de opzegtermijn en de arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht vast te leggen.

11.2 Indien de inlener de terbeschikkingstelling wenst te beëindigen, dan geldt, tenzij schriftelijk anders overeengekomen, het volgende opzegregime:

a. Tot en met de zevende week: geen opzegtermijn;

b. De achtste tot en met elfde week: vijf werkdagen;

c. Twaalfde tot en met de vijftiende week: zeven werkdagen;

d. Zestiende tot en met de negentiende week: negen werkdagen;

e. Twintigste tot en met de drieëntwintigste week: 12 werkdagen;

f. Vanaf de vierentwintigste week: 18 werkdagen.

Artikel 12: Aangaan rechtstreekse arbeidsverhouding door inlener met de uitzendkracht

12.1 Indien de inlener met een aan haar door het uitzendbureau ter beschikking gestelde of te stellen uitzendkracht, rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, dient hij het uitzendbureau daarvan onverwijld schriftelijk in kennis te stellen. Partijen zullen alsdan in overleg treden om de wens van de inlener te bespreken.

12.2 De inlener gaat niet rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht aan, indien de uitzendkracht de uitzendovereenkomst met het uitzendbureau niet rechtsgeldig heeft beëindigd, onverminderd de overige verplichtingen van de inlener, als bedoeld in het hieronder genoemde lid.

12.3 Het is de inlener niet toegestaan gedurende de eerste 26 weken van de inleenperiode rechtstreeks met de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst aan te gaan, dan wel over te gaan tot aanstelling van een door Concilio Personeelsdiensten geselecteerde werkzoekende. Bij het niet nakomen van voorgaande volzin is het inleenbedrijf een terstond opeisbare, niet voor rechterlijke matiging vatbare, boete verschuldigd aan Concilio Personeelsdiensten, gelijk aan anderhalf maal het maandsalaris van de desbetreffende uitzendkracht. Tenzij anders afgesproken en bepaald in de inleenovereenkomst.

12.4 Hetgeen in lid 3 van dit artikel is bepaald, is van overeenkomstige toepassing in het geval een arbeidsverhouding tussen de inlener en de uitzendkracht tot stand komt door tussenkomst van een derde en/of ten behoeve van een derde.

12.5 Het bepaalde in lid 3 van dit artikel is eveneens van toepassing, indien de inlener de ingeleende uitzendkracht doorleent en tussen de uitzendkracht een rechtstreekse arbeidsverhouding wordt aangegaan met de uiteindelijke inlener.

12.6 De inlener dient te allen tijde een eventueel tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht overeengekomen non-concurrentiebeding te eerbiedigen.

Artikel 13: Selectie van uitzendkrachten

13.1 De uitzendkracht wordt door het uitzendbureau gekozen enerzijds aan de hand van de bij het uitzendbureau bekende hoedanigheden en kundigheden van de voor uitzending beschikbare uitzendkrachten en anderzijds aan de hand van de door de inlener aan het uitzendbureau verstrekte inlichtingen betreffende de op te dragen werkzaamheden.

13.2 Niet-functierelevante eisen bij het verstrekken van inlichtingen betreffende de op te dragen werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, kunnen niet door de inlener worden gesteld. In ieder geval zullen deze door het uitzendbureau niet worden gehonoreerd.

13.3 De inlener heeft het recht om indien een uitzendkracht niet voldoet aan de door de inlener gestelde eisen, zulks binnen vier uur na aanvang der werkzaamheden aan het uitzendbureau kenbaar te maken. In dat geval is de inlener slechts gehouden aan het uitzendbureau te betalen de door deze aan de uitzendkracht verschuldigde beloningen en vergoedingen, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing.

Artikel 14: Zorgverplichting inlener en vrijwaring jegens de uitzendonderneming

14.1 De inlener is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen, waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden, alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Indien de aard van de arbeid en/of de omstandigheden waaronder deze wordt verricht, zulks vereisen, verstrekt de inlener persoonlijke beschermingsmiddelen aan de uitzendkracht.

14.2 De inlener is jegens het uitzendbureau aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade, die de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de inlener aantoont, dat hij de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht.

14.3 Indien de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen, dat daarvan de dood het gevolg is, is de inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens het uitzendbureau gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de inlener aantoont dat hij de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht.

14.4 De inlener zal het uitzendbureau te allen tijde vrijwaren tegen aanspraken, jegens het uitzendbureau ingesteld wegens het niet nakomen door de inlener van de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen en verleent het uitzendbureau de bevoegdheid haar aanspraken terzake aan de direct belanghebbende(n) te cederen, dan wel mede namens het uitzendbureau tegen de inlener geldend te maken.

14.5 De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade, als bedoeld in dit artikel.

Artikel 15: Overige verplichtingen van de inlener

15.1 Tijdig voordat de terbeschikkingstelling aan aanvang neemt, dient de inlener aan het uitzendbureau de noodzakelijke informatie te verstrekken met betrekking tot de verlangde beroepskwalificatie van de uitzendkracht. Tevens dient de inlener aan het uitzendbureau een risico-inventarisatie en evaluatie (ri & e) ter hand te stellen, bevattende de specifieke kenmerken van de door de uitzendkracht in te nemen arbeidsplaats. Het uitzendbureau zal voor doorgeleiding van deze informatie en documentatie aan de uitzendkracht zorgdragen.

15.2 Als de inlener voornemens is de uitzendkracht een auto ter beschikking te stellen, deelt de inlener dit onverwijld mede aan de uitzendonderneming. Uitsluitend met de uitzendonderneming komt de inlener met de uitzendkracht overeen dat de auto privé gereden mag worden, zodat de uitzendonderneming hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als de inlener dit nalaat is hij gehouden de schade te vergoeden die de uitzendonderneming lijdt, als zij wordt aangeslagen voor naheffing voor de loonheffing, en de bijtelling niet meer bij de uitzendkracht kan worden ingehouden.

15.3 Als er gedurende de ter beschikkingstelling een bedrijfssluiting of een verplichte vrije dag plaatsvindt, informeert de inlener de uitzendonderneming hier omtrent bij het aangaan van de inleenovereenkomst, zodat de uitzendonderneming hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Als de inlener dit nalaat is hij gedurende de verplichte vrije dag of de bedrijfssluiting, aan de uitzendonderneming verschuldigd het aantal uur zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst, vermenigvuldigd met het laatst geldende inlenerstarief.

15.4 Als de uitzendkracht arbeid gaat verrichten na daartoe rechtstreeks door de inlener opgeroepen te zijn, wordt de uitzendonderneming voorafgaand aan de ter beschikkingstelling door de inlener geïnformeerd in verband met de verplichte Eerste Dag Melding door de uitzendonderneming. Als de inlener dit nalaat, is de inlener gehouden de eventuele boete of naheffing die de uitzendonderneming door de belastingdienst wordt opgelegd wegens het niet of niet tijdig voldoen van de eerste Dag Melding, aan de uitzendonderneming te vergoeden.

15.5 Als het UZB reeds een uitzendkracht bij het inleenbedrijf heeft te werk gesteld en deze uitzendkracht krijgt door een ander UZB een arbeidsovereenkomst aangeboden en de uitzendkracht accepteert deze nieuwe arbeidsovereenkomst, hoe dan ook. Is het aan het inleenbedrijf er op toe te zien dat de hier bedoelde uitzendkracht voor een periode van 6 maanden geen werkzaamheden uitoefent of gaat uitoefenen op het inleenbedrijf waar de uitzendkracht reeds eerder was tewerkgesteld. Bij verzuim door de inlener, is de inlener verplicht een schade vergoeding aan de uitzendonderneming te voldoen gelijk het aantal gewerkte uren onder de nieuwe arbeidsovereenkomst verricht door de desbetreffende uitzendkracht, vermenigvuldigd met het laatst geldende inlenerstarief

Artikel 16: Identificatie en persoonsgegevens

16.1 De inlener dient bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een uitzendkracht diens identiteit vast te stellen aan de hand van een origineel identiteitsdocument en, indien het een vreemdeling betreft, bovendien de verblijfsrechtelijke positie van die uitzendkracht.

16.2 De inlener dient afschriften van de in lid 1 van dit artikel bedoelde documenten in zijn administratie op te nemen.

16.3 De inlener dient te verifiëren dat de uitzendkracht tijdens de werkzaamheden een origineel identiteitsbewijs bij zich draagt.

16.4 De inlener behandelt de hem in het kader van de terbeschikkingstelling ter kennis genomen persoonlijke gegevens van uitzendkrachten vertrouwelijk en verwerkt deze in overeenstemming met de bepalingen van de Wet Bescherming Persoonsgegevens